Modeconcern Inditex, het moederbedrijf van onder meer Zara en Bershka, blijft verbazen met grote getallen: in collecties, snelheid, distributie en vooral winstcijfers. De Spaanse multinational kiest daarbij een andere route dan concurrenten als H&M en Shein.
Het hoofdkantoor van Inditex in Arteixo. Het bedrijf achter Zara begon in het Noord-Spaanse dorp ooit als een klein mode-atelier
In het kort
Het Spaanse modeconcern Inditex boekte afgelopen jaar een miljardenwinst en liet concurrenten als Primark en H&M ver achter zich.
Inditex probeert zoveel mogelijk in eigen huis te houden om zo snel mogelijk te kunnen reageren op de markt.
Het concern werkt met megadistributiecentra in Spanje en één in Nederland.
Een paar winstcijfers op een rij: €840 mln, €775 mln, €740 mln, €5,4 mrd. Het lijkt te gaan om drie bedrijven die min of meer op elkaar lijken en een vierde die uit een geheel andere branche komt, of vele malen groter is dan de anderen.
Niets is minder waar. De eerste bedragen zijn de meest recente winstcijfers van Primark, H&M en Shein, fast-fashionketens met hun hoofdkantoren in respectievelijk Dublin, Stockholm en Singapore. De €5,4 mrd winst is van een bedrijf dat zijn internationale hoofdkantoor heeft in Arteixo, een dorp in de uiterste noordwesthoek van Spanje, aan de Atlantische kust, met net iets meer dan 20.000 inwoners, ver weg van catwalks en fotostudio’s. Dat bedrijf is Inditex, het concern dat bij klanten beter bekend is onder de merknamen die het voert, Zara, Pull&Bear, Massimo Dutti, Bershka en Stradivarius.
Inditex-oprichter Amancio Ortega, de zoon van een spoorwegarbeider en een huisvrouw, begon in de jaren 60 in Arteixo een mode-atelier. Onder zijn leiding groeide dat uit tot een van de grootste retailers ter wereld. Wie het internationale hoofdkantoor vanuit Madrid wil bezoeken – of dat nu per vliegtuig, trein of auto is – is ruim een halve dag onderweg. ‘Wij doen dingen nu eenmaal anders’, is wat je te horen krijgt als je een opmerking maakt over die afstand.
Zwarte stoel
Dat Inditex anders is, blijkt in alles. Marta Ortega Pérez die in 2021 het roer overnam van haar vader Amancio, brengt haar dagen niet door in een ruim bemeten kantoor op de bovenste verdieping van het pand. Als ze niet op reis is, is ze te vinden in een witte, open kantoorruimte, aan een tafel die ze deelt met ontwerpers. Het enige dat haar daar onderscheidt van de rest, is dat zij in de volkomen witte ruimte, een zwarte stoel heeft.
Mensen die het hoofdkantoor van binnen kennen, zeggen dat er binnen Inditex weinig merkbare hiërarchie bestaat, dat het voelt alsof ze werken bij een familiebedrijf, waar ook nu – Inditex heeft wereldwijd ruim 160.000 werknemers – nog naar de inbreng van medewerkers geluisterd wordt.
‘We proberen ons als een klein bedrijf te gedragen en ons niet te laten afleiden door grote getallen’ Marta Ortega Pérez, ceo Inditex
Marta Ortega Pérez zei er vorig jaar maart in een van haar zeldzame interviews, in The Financial Times over: ‘Mijn energie ligt bij het product. We proberen ons als een klein bedrijf te gedragen en ons niet te laten afleiden door grote getallen. Ons commerciële succes komt voort uit de focus op de kleine details door iedereen binnen het bedrijf.’
Zaken in eigen hand houden
Volgens mensen die het succes van Inditex proberen te verklaren, zit daar inderdaad het verschil. Inditex houdt alles graag in eigen huis en geeft zo weinig mogelijk uit handen aan externe partijen. Ortega Pérez zegt dat dat gebeurt uit liefde voor het product; het is ook een waarborg dat alles wat het concern verkoopt, past binnen een eenvormige visie op wat typische Inditex-producten zijn.
Dichtbij en de boel in eigen hand houden, geldt binnen Inditex op alle terreinen. Van de Inditex-fabrieken staan er zo’n 650 in Spanje, Portugal, Marokko en Turkije. Daar komt ongeveer de helft van de collecties vandaan. Ongeveer een kwart van de Inditex-producten komt uit fabrieken in China. Daardoor had Inditex tijdens de pandemie een stuk minder last van gesloten fabrieken en niet-functionerende havens in China dan bijvoorbeeld H&M dat het overgrote deel van zijn kleding laat maken in China en Bangladesh. Crisis rond de Rode Zee? Bij H&M levert dat grote stress op, Inditex merkt het natuurlijk ook, maar minder. Juist voor fast-fashionketens is de tijd die zit tussen het ontwerp van nieuwe kleding en het moment dat het in de winkel ligt, essentieel.
‘Dat deel van hun collectie dat het meest trendgevoelig is, laten ze maken in fabrieken die het dichtstbij staan.’ Antonio Luis Iglesias, econoom Esic Business School
Econoom Antonio Luis Iglesias, verbonden aan de Esic Business School in Madrid, bestudeerde de Inditex-keten van tekentafel tot winkelschap. ‘Inditex heeft een vrijwel ongeëvenaarde flexibiliteit om zich aan te passen aan de smaak van consumenten. Dat deel van hun collectie dat het meest trendgevoelig is, laten ze maken in fabrieken die het dichtstbij staan. Daardoor ligt kleding twee weken nadat die ontworpen is, in de winkel. Als ze voor bepaalde kledingstukken nóg sneller willen, kunnen ze het ook in tien dagen.’
Slag winnen van H&M
Volgens analist Patricia Cifuentes van Bestinver, een van Spanje’s grootste beleggingsadviseurs, is dit waar Inditex de slag wint van H&M. Dat moet door de aanlevertijd vanuit China en Bangladesh voor het grootste deel van zijn collectie rekenen met een periode van drie tot vier maanden tussen ontwerp en verkoop. ‘Hoe korter de tijd tussen ontwerper en klant, hoe kleiner de kans dat de klant het product retourneert’, weet Cifuentes. ‘Als klanten het ondanks die snelheid toch retourneren, wil Inditex het ook zo spoedig mogelijk terug in hun distributiekanaal. Zo maximaliseren ze de kans om het alsnog tegen de volle prijs te verkopen.’
Daar komt de volgende succesfactor van Inditex om de hoek kijken. Hun distributiekanaal werkt anders dan dat van concurrenten. Het bedrijf houdt ook zijn distributiecentra dichtbij. Zo heeft Inditex niet, zoals bijvoorbeeld H&M, in ieder land waar het winkels heeft ook een distributiecentrum. Op één na staan alle Inditex- distributiecentra in Spanje. Die ene uitzondering bevindt zich in Nederland, in Lelystad.
Alle distributiecentra vallen in de categorie ‘XXL’, met oppervlaktes tot 300.000 vierkante meter. Zulke oppervlaktes mogen voor anderen klinken als onbeheersbaar groot, Inditex wil niet anders. Het bedrijf gebruikt eigen ontwikkelde technologie, robots en ondergrondse spoornetwerken, die ervoor zorgen dat producten vanuit de distributiecentra in minder dan 48 uur overal ter wereld worden afgeleverd. Binnen Europa is dat minder dan 36 uur.
Kritiek op fast fashion
Het levert zoveel snelheid op dat Inditex in staat is de complete collectie van iedere winkel over de hele wereld twee keer per week compleet te wijzigen, als vanuit het hoofdkantoor zou worden besloten dat dat moet. Alles om in te spelen op de smaak van klanten die volgende week anders kan zijn dan vandaag.
Fast fashion heeft wel te maken groeiende kritiek vanwege de grote milieu-impact die de snel wisselende modecollecties zouden hebben. In het FT-interview zei Ortega Pérez zich daar ‘niet in te herkennen’. ‘Dat doet denken aan veel onverkochte artikelen en kleding van slechte kwaliteit tegen een zeer goedkope prijs. Dat kan niet verder verwijderd zijn van wat wij doen.’ Ze wijst erop dat het bedrijf maar met kleine restvoorraden werkt.
Toch kan dat niet de kritiek wegnemen dat de businessmodellen ertoe leiden dat klanten kleding maar korte tijd dragen en dat die dan vaak alsnog wordt weggegooid. Twee weken geleden voerde Extinction Rebellion nog actie in Den Haag bij de lokale Zara en H&M.
Amerikaanse markt
Inditex mag het winstgevendste bedrijf zijn onder de fast-fashionconcerns, de Spaanse onderneming wil ook qua omzet de grootste zijn. Daar moet ze nu Shein voor laten gaan. Dat bedrijf zet €45 mrd om, tegenover de € 35 mrd van Inditex.
Vanwege dat streven om op alle manieren de grootste te zijn, is Inditex nog lang niet klaar met groeien. Het concern ziet nog enorme groeikansen in de Verenigde Staten, waar het pas zo’n honderd winkels heeft. Aandeelhouders geloven in elk geval in die verdere groei. De waarde van het Inditex-aandeel steeg sinds het begin van dit jaar al met 17%, naar ruim €46.
Nog steeds €4 tot €8 ondergewaardeerd, meent analist Patricia Cifuentes van Bestinver. Zij stelde de verwachtingen voor Inditex naar boven bij, sinds de publicatie van de jaarcijfers vorige maand. Waar het plafond voor Inditex ligt? ‘Een plafond zie ik nog niet’, zegt Cifuentes. ‘Dit jaar gaat Inditex weer meer winst maken, naar verwachting meer dan €6 mrd. En als ze serieus werk maken van uitbreiding op de Amerikaanse markt, is het einde van de groei nog lang niet in zicht.’